De enantioselectieve geconjugeerde additie van koolstofnucleofielen aan geactiveerde alkenen, is een belangrijke reactie in de synthese van natuurstoffen en medicijnen. Kritische aspecten daarbij zijn een hoge regio- en enantioselectiviteit en een goede compatibiliteit met aanwezige functionele groepen. Bij de synthese op industriële schaal komt daar een minimale afvalproductie bij. De gangbare methode voor de additie van arylgroepen aan enonen is de rhodium-gekatalyseerde additie van arylboorzuren (figuur 1). F. Gini van de groepen Feringa en Minnaard in Groningen heeft nu laten zien dat met palladium, gemakkelijk toegankelijke arylsiloxanen kunnen worden geaddeerd (Chem. Comm. 2007, 710.).
 

 
Figuur 1
 
De structuur van de lanthanide aquo ionen in oplossing werd opgehelderd met 17O NMR, gecombineerd met DFT (density function theory) berekeningen. Uit lanthanide-geinduceerde 17O NMR contact shifts werd afgeleid dat het aantal watermoleculen in de eerste coördinatiesfeer van het lanthanide ion 9 is voor La-Sm en 8 voor Eu-Lu. Uit de pseudocontactshifts volgt dat de betreffende complexen respectievelijk een “tricapped trigonal prism (TTP)” en een “square antiprism (SAP)” als coördinatiegeometrie hebben (figuur 2, Dalton Trans. 2008, 602).
 

 
Figuur 2